Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
ZOERSEL/WESTMALLE — Met de lancering van de Westmalle Duo, een pittige blend van de Tripel en de Extra, kleurt de Trappistenbrouwerij van Westmalle voor het eerst buiten de lijntjes. Met de eenmalige productie van vijfduizend vaten komt ze tegemoet aan de stijgende vraag naar blond tapbier. “Maar een wildgroei aan nog meer Westmalle-varianten moeten liefhebbers niet meteen verwachten”, benadrukt hoofdbrouwer Lieven Van Hofstraeten meteen.
In 2023 nam Lieven Van Hofstraeten (50) uit Zoersel de fakkel over van Jan Adriaensens, die na meer dan veertig jaar afscheid nam van de brouwerij. Dat Van Hofstraeten ooit aan de slag zou gaan in een biochemische omgeving, lag voor de hand. “In een vriendenboekje van vroeger werd gevraagd wat ik later wilde worden”, blikt hij terug. “Bioloog, schreef ik toen. Uiteindelijk ben ik ingenieur biochemie geworden. Heel ver van dat oorspronkelijke plan ben ik dus niet afgeweken.”
Hoe raakt een kind überhaupt gefascineerd door biologie?
Lieven Van Hofstraeten: (glimlacht) “Interesse voor wetenschap is een familiaal trekje. Mijn vader heeft chemie gestudeerd en ook mijn zonen volgen een aanverwante studierichting. Het behoort duidelijk tot ons DNA.”
Vlaanderen heeft nood aan degelijke biochemici, blijkt uit het huidige aantal vacatures. Jobhoppen zou voor jou kinderspel kunnen zijn.
“Mijn loopbaanparcours is nochtans saai. Ik heb na het behalen van mijn diploma in 1997 drie sollicitatiebrieven verstuurd en één reactie gekregen, uit de abdij van Westmalle. Daar kon ik meteen aan de slag. Bijna dertig jaar later werk ik hier nog altijd.”
Drie sollicitatiebrieven, zeg je, waarvan één voor de brouwerij van Westmalle. Vanwaar die keuze?
“Ik kende het merk Westmalle en zijn bieren. Voor onze familie waren de Tripel en de Trappist zo’n beetje heilig. Als tiener had ik daar zelf nog geen ervaring mee, maar ik herinner me wel dat het bier van Westmalle bij elke feestelijke gelegenheid in huis werd gehaald. Leuk detail: als leerling van het Sint-Jan Berchmanscollege passeerde ik regelmatig voorbij de abdij. Er was dus al sprake van een zekere band.”
Werken in een brouwerij: hoeveel mannen zouden daar stiekem van dromen, denk je?
“Veel, schat ik. Mijn job is al jaren een running joke binnen onze vriendenkring. Drink ik tijdens een bijeenkomst iets anders dan een Westmalle, dan krijg ik daar meteen opmerkingen over. (lacht) Maar het beeld dat buitenstaanders hebben van mijn job wordt sterk geromantiseerd. Het is niet zo dat ik de hele dag rondhang in een omgeving vol heerlijke aroma’s en dat hier elke avond een flesje wordt gekraakt. Mijn taak bestaat uit het constant zoeken naar manieren om het brouwproces te optimaliseren. Anderzijds begrijp ik het ook wel. De abdij en haar historiek spreken nu eenmaal tot de verbeelding. Ook de puurheid van de bieren blijft mensen intrigeren.”
Over andere merken gesproken: waar staat het bier van Westmalle in jouw eigen top vijf?
“Sowieso staan de Westmalle Tripel, Trappist en Extra bovenaan. Als degustatiebier staat de Tripel op nummer één, wat niet wegneemt dat ik ook de Orval wel kan appreciëren. Vandaag kan ik een bier trouwens echt degusteren. Dat was als student wel eens anders. Bij een cantus denk je niet meteen aan het aroma van het bier dat je drinkt. Het gelaagde proeven heb ik pas geleerd in de brouwerij.”
De brouwerij van Westmalle zweert bij een capaciteit van 134.000 hectoliter op jaarbasis. Vanuit commercieel standpunt zou dat een pak meer kunnen zijn, toch?
“Wellicht wel, maar wij zijn een abdij met een brouwerij, niet een brouwerij met een abdij. Dat is ook onze interne slogan. Er zijn inderdaad momenten geweest waarop we veel meer hadden kunnen produceren, maar dat doen we bewust niet. Altijd maar groeien is nooit het opzet geweest. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Dat is ook de visie van onze monniken.”
Als hoofdbrouwer zit jij intussen twee jaar aan het stuur. Op welke manier zou de consument dat al gevoeld kunnen hebben?
“Ik hoop dat de klant het net niét heeft gemerkt. Onze doelstelling is om een constante kwaliteit te blijven leveren. Wat heet: degelijke en lekkere bieren op basis van eerlijke ingrediënten, zonder variaties op korte of lange termijn. Onze bieren moeten blijven wat ze altijd al geweest zijn. Ik hoop dat ik in dat opzet geslaagd ben. De veranderingen waar ik wel mee over waak zitten vooral in het masterplan dat werd opgestart en tien jaar in beslag zal nemen. Momenteel wordt een oud gebouw binnen de brouwerij gerenoveerd en voorzien van een nieuw labo en atelier, en van moderne vergaderzalen. Op termijn volgen ook nog een moderne lagerkelder en een nieuwe, flexibele bottellijn. Daarnaast zit er ook een erg mooi duurzaamheidsproject op het vlak van warmterecuperatie in de pijplijn. Dat zijn stuk voor stuk projecten waar wij als team het verschil mee willen maken.”
Je vergeet nog iets: de Westmalle Duo, het tijdelijk verkrijgbare bier waarmee de brouwerij nu groot uitpakt.
“Dat klopt. Tot dusver was onze donkere Westmalle Trappist, de zogeheten Dubbel, het enige bier van het vat. Wat merken we? De vraag naar donkere bieren daalt, de honger naar blonde bieren stijgt. Dat is een algemene trend. Daarom brengen we eenmalig 5.000 vaten blond tapbier op de markt. Dat bier hebben we tot de Westmalle Duo gedoopt. De Duo is het resultaat van een hoge gisting, bevat 7,2% alcohol en is enkel via de tap beschikbaar. Het is een blend van de Westmalle Tripel en de Extra, wat de naam Duo verklaart.”
Is deze stunt dan toch de start van een reeks compromissen die de brouwerij op termijn zal sluiten, om alsnog tegemoet te komen aan andere trends binnen de sector?
(Resoluut) “Absoluut niet. De klant moet geen wildgroei aan Westmalle-varianten verwachten. Het is niet onze intentie om straks uit te pakken met nog veel meer nieuwe of tijdelijke dorstlessers. Soms vragen mensen me wel eens of het niet saai is om te werken in een brouwerij die altijd bij dezelfde bieren zweert. Mijn antwoord is altijd identiek: hoegenaamd niet.”
Nochtans: een alcoholvrije Westmalle zou wel eens een bestseller kunnen worden.
“Ik begrijp jouw vraag. We blijven een traditionele abdij, maar we zijn niet blind voor wat binnen de branche gebeurt. Wij doen regelmatig testen, maar onze lat ligt nu eenmaal hoog. Als we geen alcoholvrij bier kunnen bieden dat beantwoordt aan onze vaste kwaliteitseisen, dan hoeft het voor ons niet. Onze hoogkwalitatieve gist produceert alcohol en veel smaak. Als we de alcohol weghalen, wordt het bijzonder moeilijk om daar een lekker product van te maken, de naam Westmalle waardig. Maar niettemin blijven we kijken naar wat verder nog mogelijk is.”
Ooit deed onder jullie trouwe cliënteel de slogan ‘Eenmaal Westmalle, altijd Westmalle’ de ronde. Is dat vandaag nog altijd zo?
“Daar geloof ik sterk in. Voor mezelf is die slogan zeker nog van toepassing, ook wat mijn job betreft. Als ik met vakantie ben, zoek ik op elke drankkaart naar een Westmalle. Ik ben telkens benieuwd hoe het bier daar geserveerd zal worden. Ik geef toe, ik ben gebrainwasht.” (lacht)
Wat mogen we jou als hoofdbrouwer nog toewensen?
“Dat de jaren die volgen net zo boeiend mogen zijn als de tijd die inmiddels al is gepasseerd. En dat de mensen kunnen blijven genieten van onze bieren. Als ze dat over een kleine twintig jaar nog altijd doen, kan ik als een gelukkig man met pensioen gaan.”
MEER INFO
www.trappistwestmalle.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.