Bijzondere trends

Onze reporter slaat aan het breien

Gepubliceerd: 26 januari 2023  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 227

Hoeveel het er exact zijn, weet niemand. Feit is wel dat tijdens corona meer mannen aan het breien zijn geslagen. Dat de meesten dat niet van de daken schreeuwen, zegt veel over het imago van handwerk. “Breiende mannen voelen vaak een vorm van schaamte”, weet Wim ‘Mr. Knitbear’ Vandereyken, mede-auteur van naslagwerken als ‘Vrolijke sokken breien’ en ‘Sock you two’. Ook onze reporter, allesbehalve een wollig type, ging aan de slag met naald en garen.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: breien.

Behendigheid, het is een gen dat ik niet heb meegekregen. Mijn enige herexamen ooit was voor handwerk. Opdracht: maak een pop van oude kranten. Ik herinner me nog het papieren gedrocht dat ik toen heb afgeleverd. Ze hebben me dat jaar moeten delibereren, kan je nagaan. Dat het met mij op het vlak van handigheid nooit wat zou worden, werd eigenlijk al veel vroeger duidelijk. De elpeekist die ik als achtjarige maakte, nadat een tv-programma had voorgedaan hoe het moest, doet nog altijd dienst als ordinaire patattenbak. In de kelder, ver uit ieders zicht. Het is om van te huilen. De kans dat breien me wél gaat lukken, is dus klein. En toch: als ik de boekenreeks van Mr. Knitbear en zijn Nederlandse compagnon Dendennis mag geloven, is breien kinderspel. Op voorwaarde dat ik de getoonde instructies van naaldje tot draadje kopieer. “Ik heb zelf leren breien aan de hand van filmpjes op YouTube”, geeft Wim Vandereyken toe. “De boeken zouden kunnen volstaan, al zijn mijn eigen YouTube-tutorials een handige aanvulling. Wees gerust: leren breien is tamelijk eenvoudig.” Voor wie zijn naam geen bel doet rinkelen: Vandereyken is beter bekend als Mr. Knitbear, met dank aan zijn hoge knuffelgehalte. “Ik ben altijd de grootste en de breedste van de klas geweest. Dat heeft me lang zorgen gebaard. Tot ik uit de kast ben gekomen en gemerkt heb dat er in de homoscene een subcultuur van beren bestaat. Sinds dat moment heb ik vrede met mijn profiel van knuffelbeer.”

GEEN SOKKEN
Breien en haken nemen vandaag het meeste van zijn tijd in beslag. “Ik ben grootgebracht door twee actieve ouders die mij hebben gestimuleerd om zelf ook creatief te zijn. Gaandeweg zijn haken en breien mijn ultieme bezigheden geworden. Ik heb er zowaar mijn missie van gemaakt om mensen die aanleg hebben voor dit soort van handwerk, te enthousiasmeren. Vandaag ben jij dat.” Dat ik als eerste project graag sokken wil breien, wordt door Wim maar lauw onthaald, vooral nadat ik heb opgebiecht gezegend te zijn met twee linkerhanden. “Ik zou in dat geval beginnen met een simpel ontwerp, zoals een schotelvod. Die kan eenvoudig gebreid worden en is, eenmaal klaar, ook nuttig. Ga voor katoen en gebruik dikkere breinaalden, dan zie je jouw werk sneller vorderen.” Hoe dik die naalden straks ook mogen zijn, de uitdaging blijft immens. Veel sociale verplichtingen tijdens de feestdagen hebben ervoor gezorgd dat ik mijn eerste brei-avontuur een week later al afgerond moet hebben. Gekkenwerk is het, maar Wim sust. “Als ik op twee uur tijd een schotelvod kan breien, moet het jou zeker lukken op een week tijd. Wie niet waagt, niet wint.”

VLOEKEN
Eerste opdracht: het breiwerk ‘opzetten’. Dertig steken moeten volstaan om een vod te breien die het waard is een vod genoemd te worden. Ik neem me voor mij enkel te laten leiden door de instructies uit ‘Schotelvodden en ander keukengebrei’, het jongste wapenfeit uit de breiboekcyclus van Dendennis en Mr. Knitbear, maar kom al snel tot de vaststelling dat het zonder extra visuele ondersteuning niet zal lukken. Dan maar met de hulp van YouTube, waar de ‘katapultmethode’ van Vandereyken mij effectief op weg weet te zetten. “Mijn tutorials zijn dan ook anders dan die van veel van mijn collega’s. Ik begin niet met een lange uiteenzetting over wat ik die dag allemaal heb gedaan, om het pas na een kwartier over breien te hebben. Ik start onmiddellijk en doe het op mijn manier: kort, bondig en krachtig. Het voordeel is dat de kijkers tegen mijn filmpjes kunnen vloeken, ik hoor het toch niet.” Vloeken is nog zacht uitgedrukt. De eerste rij lukt aardig, maar vanaf de tweede gaat het goed fout. Niet alleen blijken er ineens meer steken op mijn breinaald te staan, goed halfweg de tweede toer mis ik een aantal lussen, waardoor het lapje met haken en ogen aaneen lijkt te hangen. Het is opnieuw de virtuele Mr. Knitbear die te hulp schiet. “Je steekt de breinaald in een bestaand lusje, in het deel dat je hebt opgezet. Vervolgens sla je de draad er aan de achterzijde van het breiwerk omheen. Die gaat voor het nieuwe lusje zorgen. Dat wordt door het oude getrokken, waarna het van de breinaald kan worden geschoven. Meer is het niet.”

PAVAROTTI
Omdat ik meer steken laat vallen dan dat ik er weet te breien, krijg ik assistentie van een getrainde breister, iemand die erin slaagt een sjaal te breien tijdens de duur van een doorsnee toiletbeurt. “Je hanteert niet altijd dezelfde techniek”, komt ze te zeggen. “Bovendien houd je de naalden onhandig vast. Om zo’n vod te maken, moet je er ook voor zorgen dat er telkens evenveel lusjes op de naald verschijnen. Meer is het niet.” Waar heb ik dat laatste nog gehoord? Misschien ligt het aan de omstandigheden? Ik zit zo verkrampt naar de naalden te staren dat ik er een stijve nek aan overhoud. “Je moet een sfeer creëren die comfortabel aanvoelt”, zegt Wim. “Neem er een kop koffie of thee bij. Dat lijkt oubollig, maar waarom niet? Wat je best kan vermijden is een mobiele telefoon in jouw buurt. Het is verleidelijk om tussendoor snel even de sociale media te checken, maar zoiets loopt vaak uit, waardoor er van breien dikwijls niks meer in huis komt.” Toeval of niet, maar met Luciano Pavarotti op de achtergrond lukt het een pak beter. Er valt nog wel eens een steekje, maar dat pik ik op alsof ik nooit wat anders heb gedaan. Het enige moment waarop het écht fout loopt is wanneer een vriendin onverwacht op bezoek komt en zij mij uitdaagt tot een challenge: wie breit het snelst? Ik ga akkoord, tegen beter weten in. Zij doet 72 seconden over een toer, ik een veelvoud daarvan. Het wordt haar kortste bezoek ooit. Zo’n vriendinnen zijn als mobiele telefoons: je moet ze uit de buurt houden.

JALOERS
Niets zo erg als een afgewerkt deel dat weer moet worden uitgetrokken. In de laatste rechte lijn naar mijn eerste homemade schotelvod duikt er plots een gat op in mijn breiwerk. Een fantasierijk motiefje, denk ik, en schenk er verder geen aandacht aan. Dat had ik beter wel gedaan. Het gat wordt groter, de vod dreigt helemaal uit te rafelen. Ik grijp nog net op tijd in. Enfin, de naaister grijpt in, niet ik, maar zeggen dat ik het zelf heb gedaan, leest een stuk leuker. Zeg nu zelf. Ondanks alle hindernissen is de vod in minder dan een week tijd klaar voor gebruik. Ze is niet al te groot, en dus enkel geschikt voor korte wasjes of kleine oppervlaktes. Een hoopvolle start, noemt Vandereyken het. “Ik denk dat veel beginnende breiers jaloers zouden zijn. Ik zie mooie en regelmatige steken, en ben oprecht onder de indruk. Ik zie voor jou een toekomst weggelegd als breier.” Die zelfgemaakte sokken zijn enkel nog een kwestie van tijd, let op mijn woorden. 

MEER INFO
De vier naslagwerken van Dendennis en Mr. Knitbear (Uitgeverij Luitingh-Sijthoff) zijn verkrijgbaar in de boekhandel. Alle info op de Facebookpagina ‘Mr. Knitbear’.

Meer lezen van Peter Briers

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.